Wat krijgen we op ons BORdje?

1 augustus 2023 Gerrit van den Berg (Profinis) Profinis

De voorjaarsnota 2023 bevat enkele fiscale maatregelen die het kabinet voor ogen heeft. Ik zoom met name in op de voorgestelde aanpassing  van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de bijbehorende doorschuifregeling (DSR).

De BOR en DSR zijn sommige politieke partijen een doorn in het oog, terwijl anderen de waarde ervan inzien. Inzet van de regelingen was en is te voorkomen dat de continuïteit van (familie)bedrijven in gevaar komt als er een aanzienlijke belastingclaim betaald moet worden die ten koste gaat van het eigen vermogen van het bedrijf. Dat geld kan dan immers niet gebruikt worden voor investeringen. Gehouden onderzoek richtte zich met name op de verbetering van de doelmatigheid en uitvoerbaarheid van de BOR in schenk- en erfbelasting en de DSR bij bedrijfsopvolgingen in de inkomstenbelasting. In de huidige plannen worden de regelingen aangepast, maar of de regeling op de lange termijn overeind blijft is nog maar de vraag. Er klinken in de politiek nog steeds oproepen tot verdergaande beperkingen. 

De huidige regelingen

De BOR en DSR zijn regelingen die ervoor zorgen dat er minder belasting verschuldigd is bij erven en schenken van de onderneming of een aandelenbelang van 5% of groter. Voor de BOR geldt er onder voorwaarden een vrijstelling in de schenkbelasting en de DSR zorgt ervoor dat de inkomstenbelastingclaim doorgeschoven kan worden naar de opvolger. De vrijstelling van overgedragen bedrijfsvermogen in de BOR bedraagt voor 2023 100% over de eerste € 1,2 miljoen (afgerond) en 83% over het meerdere.

Er gelden enkele voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de BOR. Zo moet een opvolger die (aandelen in) een onderneming geschonken krijgt, die minstens vijf jaar voortzetten en moet hij of zij al drie jaar werkzaam zijn in de onderneming. Ook moet de schenker tenminste vijf jaar eigenaar zijn geweest van de onderneming. Verder moet het gaan om een ‘materiële onderneming’ die daadwerkelijk activiteiten heeft. Van beleggingsvermogen mag 5% van het ondernemingsvermogen aangemerkt worden als ondernemingsvermogen (de doelmatigheidsmarge).

Wat gaat er veranderen?

De voorgestelde veranderingen zijn het vanaf 2025 oprekken van de eerste ‘schijf’ naar 100% van de going concern waarde van de onderneming tot 1,5 miljoen euro en een verlaging van de vrijstelling van de tweede schijf naar 70% over het meerdere. Daarnaast wordt de doelmatigheidsmarge afgeschaft. Vanaf 2024 worden aan derden verhuurde onroerende zaken standaard aangemerkt als beleggingsvermogen.

Tevens komen straks alleen reguliere aandelen met een belang van 5% die volledig meedelen in de winstgerechtigheid en liquidatieopbrengst nog in aanmerking. Bedrijfsmiddelen die ook buiten de onderneming worden gebruikt, kwalificeren straks alleen nog voor het deel dat in de onderneming wordt gebruikt voor de BOR en de DSR. De bezits- en voortzettingseis in de BOR worden in bepaalde situaties versoepeld en de dienstbetrekkingseis wordt afgeschaft. Constructies met de BOR (dubbel en oneigenlijk gebruik) zullen worden aangepakt. 

Als u dit leest ligt er waarschijnlijk al een brief aan de Kamer met meer uitleg over de aanpassingen. Hopelijk blijft een verdere versobering uit. Schroom niet ons te contacteren voor meer uitleg.

Heeft u vragen over dit of een ander fiscaal onderwerp, neem dan contact met ons op.

Profinis Accountants en Adviseurs image

Gerrit van den Berg
Profinis Accountants en Adviseurs
Postbus 110, 8320 AC URK
Tel. 0527 681 726
www.profinis.nl

Dit artikel verscheen eerder op: Vismagazine

Altijd op de hoogte blijven?